U bent hier

Verplichte keuring van spuit- en sproeitoestellen

Op 12 februari 2014 werd een Koninklijk Besluit gepubliceerd betreffende de verplichte keuring van spuittoestellen en betreffende de retributies bepaald bij artikel 5 van de wet van 9 december 2004 houdende de financiering van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen.
Het Koninklijk Besluit heeft onder meer betrekking op het gebruik van een spuittoestel dat in een andere lidstaat van de Europese Unie werd aangekocht en gaat over alle toestellen die geschikt zijn om gewasbeschermingsmiddelen toe te dienen.  Dit besluit verandert niets aan het algemene principe van de technische keuring van spuittoestellen zoals die in België bestaat sinds 1995. Er zijn echter wel een aantal nieuwigheden aangebracht met name wat het keuringsprotocol, de retributies en de keuringsdiensten betreft.
 
Welke toestellen moeten worden gekeurd?
Alle toestellen die geschikt zijn om  gewasbeschermingsmiddelen toe te dienen moeten om de drie jaar aan een technische keuring worden onderworpen. Een spuittoestel dat niet aan de controlecriteria voldoet mag niet worden gebruikt.
Het KB beschrijft een keuringsmethode  voor de volgende types van spuitoestellen:
• Veldspuiten en alle andere spuitoestellen  waarvan de werking steunt op hetzelfde principe.
• Boomgaardspuiten en alle andere spuitoestellen waarvan de werking steunt op hetzelfde principe.
• Spuitapparatuur met een spuitboom in de tuinbouw en de sierteelt
• Spuittoestellen voor bodemontsmetting.
 
Sommige spuittoestellen zijn vrijgesteld van de keuring (lansspuittoestellen en rugspuittoestellen). Daarentegen, worden bepaalde spuittoestellen die vroeger onder de uitzondering  vielen niet meer vrijgesteld van keuring:
• Spuittoestellen die gemonteerd zijn op een productieketen: deze dienen aan de keuringsdienst gemeld te worden met het oog op hun keuring.
• Spuittoestellen voor ultra low volume toepassingen (UBV) en fogger: Tot op heden bestaat er geen methodologie voor de keuring van deze apparaten en zullen ze niet opgeroepen worden. De melding aan de keuringsdienst blijft toch verplicht.
• Apparaten voor de toepassing van gewasbeschermingsmiddelen onder vaste vorm (bv. granulaten): Bij afwezigheid
van een controlemethodologie worden deze apparaten, niet opgeroepen voor de keuring
 
Meer informatie daaromtrent is beschikbaar op de volgende website van het FAVV of het ILVO:
 
Aan welke criteria moeten de spuittoestellen voldoen?
De keuringsvoorschriften zijn weergegeven in de bijlagen 1 en 5 bij het besluit. Naast de keuringsprotocollen voor veldspuittoestellen
en boomgaardspuiten voert het besluit twee nieuwe protocollen in voor spuittoestellen voor kassen en voor bodemontsmetting.
De keuringsvoorschriften zijn ingedeeld in drie categorieën naargelang van de invloed ervan op de goede werking van het toestel:
• Deel A: deze voorschriften moeten worden nageleefd opdat het spuittoestel conform zou worden verklaard. De non-conformiteiten moeten binnen 4 maand worden verholpen. Als dat niet gebeurt, mag het spuittoestel niet meer worden gebruikt.
• Deel B: niet-naleving van deze voorschriften heeft niet tot gevolg dat het spuittoestel nonconform wordt verklaard maar de non-conformiteiten moeten wel verholpen zijn tegen de volgende driejaarlijkse keuring. Zoniet leidt dat tot non-conformiteit van het spuittoestel.
• Deel C: niet-naleving van deze voorschriften heeft niet tot gevolg dat het spuittoestel nonconform wordt verklaard. Het gaat om aandachtspunten die door de eigenaar moeten worden opgevolgd om de goede werking en het behoud van de goede toestand van het
toestel te verzekeren.

Er wordt een zelfklevend vignet aangebracht op het spuittoestel om aan te geven dat het spuittoestel bij de keuring heeft voldaan. Er wordt een gedetailleerd keuringsverslag overhandigd aan de eigenaar van het toestel. Een spuittoestel dat bij de keuring heeft voldaan mag gedurende 3 jaar worden gebruikt.
 

Waar en wanneer hebben de keuringen plaats?
De eigenaar van een spuittoestel krijgt een oproeping waarin hem wordt gevraagd zijn spuittoestel voor keuring
aan te bieden op het tijdstip en de plaats die worden vastgesteld door de keuringsdienst waarvan hij afhangt. Het ontbreken van de oproeping voor de keuring ontheft de eigenaar niet van de verplichting om zijn spuittoestel aan de keuring te onderwerpen. Hij moet in
dat geval uit eigen beweging de keuringsdienst contacteren
 
Wie keurt de spuittoestellen?
De technische keuring van spuittoestellen valt onder de bevoegdheid van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid
van de Voedselketen (FAVV). De praktische uitvoering van de controles is echter overgedragen aan keuringsdiensten die
door de Minister erkend zijn. Twee keuringsdiensten zijn erkend voor de uitvoering van de keuring van spuittoestellen:
• Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek (ILVO), Eenheid Technologie & Voeding – Agrotechniek
• Centre wallon de Recherches agronomiques (CRA-W), Département Productions et Filières Unité Machines et infrastructures agricoles
 
Het ILVO is belast met de keuringen in de provincies West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen,Antwerpen, Vlaams-Brabant, Limburg
en in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. 
Het CRA-W is belast met de keuringen in de provincies Henegouwen, Luik, Luxemburg,Namen en Waals-Brabant.

Mag een in een andere Lidstaat  van de Europese Unie aangekocht spuittoestel op het Belgische grondgebied gebruikt worden?

Een spuittoestel dat in een andere Lidstaat aangekocht wordt mag op het Belgische grondgebied gebruikt worden indien het over een gunstig keuringsverslag beschikt uitgereikt door de bevoegde overheid van een Lidstaat van de Europese Unie of door zijn afgevaardigde.
De geldigheid van dit keuringsverslag isbeperkt tot drie jaar na zijn uitreiking, in overeenstemming met het keuringsinterval van toepassing in België.  Een kopie van het keuringsverslag uitgereikt in die Lidstaat moet aan het formulier van verkoopsverklaring toegevoegd worden.

Bijkomende informatie vindt u op de website van het FAVV of via mail naar SPUIT.cb@favv.be